Tuesday, September 19, 2006

VH-RBF (3): Ready, Belgian Fellas?

08.37am – De locale Woolworths supermarkt. We kopen vijftien liter water, zeven liter cola en lichte, zoute snacks om hitte en droogte te trotseren. Zout, dus geen nood-stops wegens overvolle blazen. Daar was ik nl. als de dood voor. Maar de truc blijkt achteraf perfect te werken. Stijn daarentegen begint de dag met hmm... darmproblemen.

09.56am - Ilsa valt binnen met het vervolg van haar levensverhaal en dat van haar klanten van vanochtend. De afgunst in haar ogen bij het zien van ons vluchtplan verraadt dat we een goed traject gekozen hebben. Na eindeloos onderhandelen mogen we ons vliegplan uitprinten. Op gerecycleerd papier.

11.00am - Check Flight met Ilsa De Wolvin. Tegen Amanda's instructies ga ik toch mee aan boord, lichtjes verontrust wanneer Jack plots boven ons vliegt met een andere testpiloot. Wij zitten op 3.500ft (+/-1km) hoogte en zij op 5.000ft (1.6km), een veilige afstand ware het niet dat ik Jack eerder hoorde spreken van 'engine stall' (simuleren van motorpech) en 'spin recovery' (ongecontroleerd neerwaarts rondtollen en dan weer optrekken).

Stijn heeft het goed bekeken want het wordt al bij al een aangename vlucht ondanks lichte turbulentie. Hij is een kei van een piloot: ontspannen maar vastberaden en met een instinctief gevoelen voor veiligheid. Anderzijds was mijn argwaan niet ten onrechte: bij onze terugkeer horen we hoe Jack er in geslaagd is een andere, vrouwelijke piloot voor het eerst in haar carriere naar het braakzakje te doen grijpen tijdens zijn versie van de Check Flight. Stijn haalt opgelucht adem.

01.07pm - Wind uit het Noord-Noordoosten met een kracht van meer dan vijftien knopen. Rond de landingsbaan zien we dust devils: mini-tornados die het rode zand omhoogzuigen en kleine vliegtuigjes uit de lucht plukken. Geen goed idee om nu te vertrekken.

Op zoek naar een hap wandelen we 500m naar de koele Qantas-terminal. Een security-gorilla (m./v.) houdt een tekst voor de neus van een Japans meisje. De agente wordt bitsig wanneer de toerist niet aanneemt dat ze willekeurig is uitgepikt om afgetast te worden op zoek naar explosieven. In 1993 deden Japanse terroristen hier ergens een atoomproef in de woestijn. Hoewel haast niemand er toen wat van merkte en men pas vier jaar later een verklaring vond voor de woestijnbeving, trachten ze dat soort vrijbuiterij nu toch tot een minimum herleiden. Misschien heeft het ook wat te maken met 9/11.

04.37pm – De wind gaat liggen en we stijgen op. Nu we helemaal op onszelf zijn aangewezen, vraagt Stijn of ik nerveus ben. Niet echt. Maar dat zal snel veranderen. Navigatie zonder radiobakens blijkt lastiger is dan verwacht, ons eerste herkenningspunt zit niet in de gegevensbank van de GPS en Stijn drijft af van de koers die ik op de kaart had uitgestippeld. Daarbij komt nog dat de zon in een ijltempo naar de horizon zakt.

In een oogwenk zie ik plots een arend voorbijschieten, zwevend op de thermiek en vederen vingers aan de uiteinden van zijn enorme vleugelspan. We vliegen op ruim een kilometer hoogte en aan zo’n tweehonderd km per uur. De adrenaline schiet door mijn lijf. Stel je voor dat hij recht op onze propeller ingevlogen was. Dit is een heerlijk avontuur.

Maryvale, het laatste herkenningspunt ligt ver achter ons, de weg langs de rand van de bergrug hebben we uit het oog verloren en we scheren nu over de kammen in zuidwestelijke richting. Aan de overkant in de verte duikt een veld van rotsen op, met één duidelijk uitgesproken structuur recht voor ons. We vechten met het dilemma: we willen dit wel zien van dichtbij maar niet ten koste van brandstoftekort, een landing in het donker of andere nog onbekende ‘uitdagingen’.

We draaien snel-snel om Chamber’s Pillar heen om snel-snel weer de GPS-koers te onderscheppen. Het volgende navigatiepunt ligt op dezelfde lijn als onze eindbestemming dus we vliegen recht naar de landingsbaan. Hopelijk.

De zon kleeft nu vlak boven de horizon op vier uur maar nergens is al een teken van leven te bespeuren, laat staan een landingsbaan. Plots roept Stijn dat hij een ‘visual’ heeft. Een huis met twee landingsbaantjes. Geen windkous. Shit. We vliegen laag, inspecteren beide banen en kiezen willekeurig voor een baan omringd door laag geboomte. De ondergrond is rood en stoffig, zoals de hele woestijn om ons heen. Voordat we stilstaan, is de zon onder.

Stijn schakelt de motor uit en na een moment van volstrekte stilte, horen we in de verte het luid geroep van exotische vogels. ‘No visual’. We verankeren het vliegtuig en gaan op zoek naar levende wezens.

Een halve kilometer verderop vinden we een huis. Een gebaarde man in typische outback outfit (hoed, korte broek, hemd met korte mouwen en zware schoenen) komt ons tegemoet. Het is Ian, de gastheer. Zonder veel woorden toont hij onze kamer in een leeg kamphuis van zeven kamers met drie bedden elk. De voorzieningen zijn elementair maar schoon.

We gooien onze bagage af en volgen Ian naar de bar. Hier zijn we niet alleen: twee goed gezette Duitse meisjes hebben de bar al gevonden maar kunnen zich geen bier veroorloven. Ook financieel niet, zo blijkt tijdens hun telefoontje naar huis waar ze klagen over de kost van overleven in de outback. En ze vinden het te warm. Teveel vliegen ook. Eigenlijk vinden ze de woestijn maar niks. Hun terreinwagen is bovendien erg oncomfortabel. Stijn en ik hebben de neiging om te vragen wat hen hier in godsnaam naartoe bracht. We houden ons in en concentreren ons op de voorradige bieren.

Australië heeft schitterende wijnen maar kwa bieren blijft het huilen met de pet. Behalve de schitterende SMB-brouwerij met o.a. haar heerlijke Amber-bier heb ik in Sydney nog niet veel zaaks gevonden. Mijn dagelijkse pint is een bier dat gist op de fles, uit het zuid-australische assortiment van Coopers. Even hoop ik een nieuwe vriend gemaakt te hebben, wanneer ik merk dat Ian’s koelkast boordevol Coopers zit. Dan herinnert hij er me aan dat we een half uur geleden de zuid-australische grens zijn overgevlogen.

Die avond drink ik ongestraft vier Coopers op rij, niets in vergelijking met Stijn die gezwind eenentwintig Crowns binnengooit. Hoe doet hij het. We sluiten de dag met een onwezenlijk moment: ik maak kennis met de Vlaamse TV show IN DE GLORIA op de laptop. Wanneer ons dronken gelach over de outback uitsterft, blijft alleen nog het geronk van de generator.

(klik op de foto beneden voor het hele album)

0 Comments:

Post a Comment

<< Home